vrijdag 21 november 2008

2. Is de werkelijkheid dynamisch of statisch?

Zijn processen de kern van de werkelijkheid? Is de werkelijkheid in beginsel statisch of dynamisch? Is er een breder concept denkbaar? Is het mogelijk dat ‘dood’ niet bestaat?

In 3 stappen naar een dynamisch concept van de werkelijkheid en een beter begrip van processen.


In mijn vorige blog heb ik (primaire) processen als startpunt gekozen voor het denken over creatief en (creatiever) ondernemen. Maar om te weten hoe je creatief of creatiever kunt ondernemen is van belang eerst te weten waar ondernemen over gaat en (vervolgens) wat ondernemen is.

In de bedrijfskunde worden primaire processen als de kern van een onderneming gezien. Maar is dat wel correct? Is er een ander perspectief mogelijk?
In deze blog komt een ruimere opvatting aan de orde: alles stroomt ofwel alles is dynamisch. Maar wat betekent dat? Hoe kunnen we nu zeggen dat alles dynamisch is?

Stap 1. Een analyse van de werkelijkheid
Geen processen, geen dynamiek?
Stel u voor: u loopt in uw huis. Er staan stoelen in en tafels. Ze staan stil en bewegen, zo op het blote oog gezien, niet. En gisteren stonden ze op dezelfde plek als niemand er aan gezeten heeft. Hoe kan iemand dan zeggen dat die stoel of tafel dynamisch is?

En het bedrijf waar u werkt? Het heeft een kantoor. Dat is ’s nachts gesloten. Wie goed luistert kan af en toe een telefoon horen gaan die niet wordt opgenomen. En je ziet het rode lampje van het alarm flikkeren. Er zijn dus nog wat processen aan de gang maar dat het bedrijf dynamisch is, dat kun je toch niet zeggen?

Kunnen dode elementen dynamiek veroorzaken?
Niemand zal ontkennen dat processen dynamisch zijn. Maar kunnen ze ontstaan uit iets dat dood is? Kunt u zich dat voorstellen? Hebt u hiervoor enig bewijs ergens gevonden?
Waarschijnlijk niet. Een dood lichaam veroorzaakt geen dynamiek meer en heeft zijn oorspronkelijke dynamiek verloren. . Maar dat betekent nog niet dat dat dode lichaam niet meer dynamisch is. Een dood lichaam wordt afgebroken, gaat over tot ontbinding. Dat is toch weer wel dynamisch. Maar die afbraak is geen proces dat door dat dode lichaam ontstaat of veroorzaakt wordt. De ontbinding is wel een proces dat laat zien hoe iets dat geen dynamiek meer kan veroorzaken toch dynamisch blijft. Is dat anders te verklaren dan uit de intrinsieke dynamiek die werkelijkheid is?
De verklaring is dat ook een dood lichaam deel uit maakt van een groter geheel dat dynamisch is. In dat dode lichaam zit niet meer de inspiratie die de vorm van dat lichaam en het autonoom functioneren bepaalt. Daarom komt de vorm tot ontbinding en gaan de bestanddelen weer op in het grotere geheel. Echter ook die ontbinding en het opgaan in het grotere geheel is dynamisch.


Hoe staat het met de tegenstelling statisch-dynamisch?
We maken onderscheid tussen statisch en dynamisch. Statisch-dynamisch zien we als een tegenstelling. Enerzijds is dat terecht anderzijds weer niet. Laten we het verschil eens bekijken.
Ik constateer op de eerste plaats dat statisch-dynamisch niet het verschil is tussen dood of levend. Statisch zien we als ‘in ruste’ waar dynamisch in beweging of in proces is.
Als we ’s nachts slapen zijn we in ruste. Dat noemen we statisch. Als mensen of zaken statisch zijn betekent dat dus dat we geen activiteiten constateren.
Wanneer we aan het werk zijn, constateren we activiteiten en interacties. Er zijn processen. Dat is dynamisch.

Stap 2. de fundamentele vraag
Statisch of dynamisch als startpunt voor denken en handelen
Dat in ruste en in actie zijn een tegenstelling is, is echter een idee dat mensen zelf gecreëerd hebben. Traditioneel en vanuit de westerse cultuur is er een sterke neiging om niet de werkelijkheid maar onze visie op de werkelijkheid als startpunt te nemen voor onze visie op de werkelijkheid. Descartes zei het al: je pense, donc je suis. Ik denk dus ik ben.
Wie uitgaat van de eigen visie op de werkelijkheid gaat niet uit van de werkelijkheid zoals die zich aan ons voordoet. In dergelijke visies zien mensen de wereld als een verzameling van entiteiten die tot bepaalde activiteiten in staat zijn. Het soort denken dat uit deze visies volgt kiest een eenheid, een entiteit, als vertrekpunt voor activiteiten en processen.

Op basis van genoemde visie constateren we dat we als mens allerlei activiteiten ondernemen. Dezelfde visie ziet rondom ons heen allerlei entiteiten, eenheden, die geen activiteit vertonen.
Het is dezelfde visie die organisatorisch werkt vanuit organisaties en als consequentie heeft het denken in logistieke processen en input-output modellen.
Nu is er niets mis met denken in termen van activiteiten, logistieke processen en input-outputmodellen. De vraag is alleen of die modellen een goede weergave van de werkelijkheid zijn. En of die logistieke processen voldoende zijn om dynamiek in beeld te brengen. En of activiteiten de enige vorm van dynamiek zijn.

Een heel andere vraag is echter of er in plaats van het statische uitgangspunt van entiteiten ook een ander perspectief denkbaar is. Zou het uitgangpunt ook kunnen zijn dat de werkelijkheid dynamisch is?

De werkelijkheid is dynamisch als perceptie
We kunnen echter ook vanuit de werkelijkheid vertrekken in plaats van vanuit onze visie.
Vanuit dit vertrekpunt is de vraag: is onze visie op de werkelijkheid als een verzameling van entiteiten die processen kunnen veroorzaken correct? Of is de werkelijkheid in beginsel dynamisch en kan deze dynamiek zich voordoen in specifieke vormen of entiteiten?
Hadden Plato en Heraclitus gelijk toen ze zeiden dat ‘alles stroomt’, met andere woorden: de werkelijkheid is dynamisch?
Heel lang heb ik ook het probleem gehad dat ik het verschil niet zag tussen de manier waarop ik naar de werkelijkheid keek en de mogelijkheid dat die werkelijkheid op een andere manier in elkaar zat. Een manier die niet conform mijn visie was.
Ik kies zelf nu voor het uitgangspunt dat de werkelijkheid dynamisch is en dat ik er deel van uit maak. Dat de werkelijkheid dus geen resultaat is van mijn visie op die werkelijkheid.
En ik ben tot de conclusie gekomen dat we met onze visies de dynamiek niet kunnen veranderen maar wel belemmeren en blokkeren. En dat dit in de praktijk van elke dag tot heel veel problemen leidt.
Wat we wel kunnen doen is deel uitmaken van dynamiek. Als we deel uitmaken van dynamiek kunnen we deze met ons denken beïnvloeden. Positief of negatief. Stimulerend of belemmerend.

Géén tegenstelling tussen statisch en dynamisch
Statisch betekent zoals hiervoor is aangegeven dat we geen processen waarnemen. Het betekent niet dat iets niet meer dynamisch is. In de werkelijkheid is er geen tegenstelling tussen statisch en dynamisch.
Wat zo op het oog en in onze (oude) visie statisch is, is in beginsel ook dynamisch. Wat statisch is, is niet dood maar levend. Wat geen activiteit laat zien kan wel potentie tot activiteit zijn. Omgekeerd impliceren activiteiten dat er potentie tot activiteiten moet zijn.
Potentie tot activiteiten of tot processen kunnen we dus ook als dynamisch beschouwen.
In de verhouding tussen statisch en dynamisch kunnen we statisch dus als een aspect van dynamisch zien. Het beeld ziet er dan als volgt uit:


Er is in de verhouding tussen statisch en dynamisch dus geen tegenstelling.
Dynamisch omvat statisch!


Statisch staat gelijk met potentie
Potentie tot processen is statisch en processen betekenen actie maar beide zijn dynamisch!
Dat is ook de oplossing voor ons dynamiek vraagstuk. Potentie tot processen is niet dood maar is evenzeer dynamisch als acties en interacties. Dood bestaat niet!

Daarmee hebben we ons beeld van dynamiek dat oorspronkelijk alleen uit acties en interacties bestond uitgebreid met potenties tot processen.
De statische stoel die we zien is een potentie om te zitten. Het bedrijf in ruste is potentie voor allerlei bedrijfsactiviteiten.
Uit de statisch lucht halen we zuurstof. Lucht heeft derhalve duidelijk potentie. t

Stap 3. De keuze
De keuze tussen een werkelijkheid die in beginsel dynamisch is of een werkelijkheid die in beginsel statisch is?
In het voorgaande is niet de werkelijkheid verandert maar is onze visie op de werkelijkheid als in beginsel statisch overgegaan in een perceptie van werkelijkheid als dynamisch. .
Nu is de mogelijkheid ontstaan om te kiezen tussen twee mogelijke vertrekpunten: de werkelijkheid is in oorsprong dynamisch of de werkelijkheid is in oorsprong statisch.

Ik heb uitgelegd dat het hier gaat om het verschil tussen onze visie als vertrekpunt en de werkelijkheid waarvan wij deel uitmaken als uitgangspunt. Het gaat hier ook om twee verschillende manieren om onszelf te positioneren. De ene manier is als subject tegenover de werkelijkheid als object. De andere manier een perceptie van werkelijkheid waarvan wij deel uitmaken.
De logica vertelt ons verder dat dynamisch zowel processen kan omvatten als potenties tot processen. Omgekeerd kan statisch wel potenties omvatten maar niet de processen en activiteiten.

Het verschil tussen waarnemen en beleven
In het voorgaande hebben we statisch en dynamisch in een ander perspectief geplaatst. Het gevolg was dat we van een tegenstelling terecht kwamen in een verhouding tussen statisch en dynamisch. En in die verhouding blijkt het statische een aspect te zijn van dynamiek.
Er is echter ook nog iets anders gebeurd: We zijn zelf veranderd van waarnemer in deelnemer.

We zien een tegenstelling maar als we ons inleven constateren we een heel andere verhouding. Er is dus niets in de werkelijkheid veranderd maar wel in ons bewustzijn van de werkelijkheid.
Met dat bewustzijn kunnen we de werkelijkheid als dynamisch beleven. Dat is wat anders dan waarnemen. We kunnen in die dynamische werkelijkheid ervaren of er sprake is van processen of als statische elementen. Als we echter weten wat de potentie is van de statische elementen kunnen we ons processen voorstellen.

Het ontstaan van dynamiek

Maar zult u zich zeggen, als statisch niet het tegenovergestelde van dynamisch is maar een aspect van dynamiek, waar komt dan dynamiek vandaan? Kunnen we het ontstaan van dynamiek herleiden?
Het alternatief voor dynamisch ligt voor de hand: het is NIETS, LEEGTE, NIET BESTAAN.
Dat brengt ons bij de vraag naar het ontstaan van dynamiek.

Wie dynamiek probeert te herleiden naar een oorsprong zal tot de conclusie komen dat we heel ver komen maar dat dynamiek ontstaat waar eerst niets is. Grote bedrijven zijn uit het niets ontstaan, de dynamiek van markten kunnen we niet herleiden tot een oorsprong.
We kunnen naar de ontwikkeling van menselijk leven kijken, komen vervolgens terecht bij de ontwikkeling van leven. En uiteindelijk komen we uit in ….. het NIETS.

En we kunnen dat herleiden doen voor de vele vormen van dynamiek die we kennen. Probeer de oorsprong van economie maar te herleiden of van communicatie of van industriële vormgeving of van politiek.

Oorsprong van bepaalde dynamiek
Dynamiek ontstaat uit het niets. In de werkelijkheid waarin wij leven zien we dat die zich ontwikkelt door bewustzijn. We herkennen hoe menselijk bewustzijn de oorsprong vormt van veel door mensen op gang gebrachte dynamiek. Een het bewustwordingsproces dat plaats vindt, brengt mensen op of tot een idee. Ideeën liggen ten grondslag aan menselijke ontwikkeling en alle dynamiek die mensen op gang hebben gebracht, gevormd hebben tot organisaties, systemen en markten.

Het thema hoe mensen tot een idee komen en hoe we dynamiek vormgeven zijn aspecten die in een ander verband behandeld worden.
Hier is belangrijk dat we elke dynamiek door mensen op gang gebracht kunnen herleiden tot een basisidee. We kunnen elke vorm en elk proces herleiden tot een (dynamische) grondslag.
Ik geef een voorbeeld:
Wie een stoel ziet, herleidt deze vorm tot een potentie om te zitten. Dat zitten kun je als een activiteit van iemand zien maar ook als een dynamische grondslag. In die dynamische grondslag ‘zitten’, liggen alle mogelijkheden besloten waartoe zitten kan leiden.
Waar je kunt zitten, hoe je kunt zitten, welke middelen en mogelijkheden er zijn om te zitten.

Er kan dus verwarring ontstaan tussen u en mij als de een het heeft over de zitten als activiteit en de ander over zitten als dynamische grondslag.


Dynamisch in perspectief

Met het in beeld brengen van de oorsprong voor dynamiek verandert ons plaatje verder. Het ziet er nu zo uit:




De keuze
Voorgaande biedt voor ons eigen denken en voor onze eigen positionering de keuze tussen deel zijn van dynamiek inclusief integratie en participatie of het kiezen voor een positionering als waarnemer en het zien van de wereld als een verzameling van objecten en processen die beïnvloed en bestuurd kunnen worden.

De keuze tussen beide is aan u!

In het navolgende zal deze keuze niet verder aan de orde komen maar wel de consequenties van de keuze voor een statisch uitgangspunt. Ik kies voor het dynamisch perspectief en een positionering als integraal participant in een dynamisch perspectief. Het ‘andere’ denken zal ik als referentiekader gebruiken.

In dit perspectief zal ik verder in gaan op:
- bewustzijn als bepalende factor in de ontwikkeling van dynamiek en de ideeontwikkeling
- de verschillende soorten dynamiek
- het organiseren van dynamiek.

1 opmerking:

DataCenter Infra zei

Jan
Ik raak de weg kwijt bij het lezen van deze blog (is ook al wat later op de dag maar...)